Ezekiel 29

Want de Oppermachtige Here zegt: “Ik zal Tyrus met de grond gelijkmaken. Vreselijke golven zullen over u heenslaan. De zee zal u opslokken. 1Ik zal u in het graf laten afdalen, waar u naast mensen uit een ver verleden zult liggen. Uw stad zal erbij liggen als een oude ruïne. Een dode stad, net als zij in de onderwereld die al lang geleden het dodenrijk betraden. U zult nooit meer worden bewoond, noch schoonheid vertonen in het land van de levenden. 2Ik zal u tot een afschrikwekkend voorbeeld maken, u zult voorgoed verdwijnen. U zult worden gezocht, maar niemand zal u ooit kunnen terugvinden,” zegt de Oppermachtige Here.’ 3

Klaaglied voor Tyrus

4Toen kreeg ik de volgende boodschap van de Here: 5‘Mensenzoon, zing dit klaaglied voor Tyrus: 6“O machtige havenstad, handelscentrum van de wereld, de Oppermachtige Here spreekt. U zegt: ‘Ik ben de mooiste stad ter wereld.’ 7U beschouwde de zee als uw gebied, uw architecten hebben van u een prachtige stad gemaakt. 8U bent als een schip, gebouwd van het beste cipressenhout uit Senir. Voor uw mast gebruikten ze een ceder uit de Libanon. 9Uw roeiriemen maakten ze van eiken uit Basan. Het dek werd gemaakt van ivoor, gelegd in cipressenhout, afkomstig van Cyprus. 10Uw zeilen zijn gemaakt van het beste geborduurde Egyptische linnen, u staat onder een dektent van met blauw en rood geverfde stof die uit het oosten van Cyprus komt. 11Uw roeiers komen uit Sidon en Arwad en uw stuurlieden zijn bekwame mannen uit Tyrus. 12Uw scheepstimmerlui zijn wijze, oude handwerkslieden uit Gebal. Vanuit alle landen komen volgeladen schepen naar u toe om ruilhandel met u te drijven.

13In uw leger dienen krijgslieden uit de verafgelegen steden van Perzië, Lydië en Put. Het feit dat hun schilden aan uw muur hangen, is een grote eer voor u. 14Mannen uit Arwad en Chelek staan als wachters op uw muren, uw torens worden bemand door krijgslieden uit Gamad. Hun schilden hangen in rijen aan de muren en maken uw roem volmaakt. 15Vanuit Tarsis worden allerlei rijkdommen op uw markten aangevoerd: zilver, ijzer, tin en lood. 16Kooplieden uit Jawan, Tubal en Mesech voeren slaven en koperen gebruiksvoorwerpen aan 17en uit Bet-Togarma komen tuigpaarden, rijpaarden en muilezels. 18Van Rhodos komen kooplui naar u toe en vele kustlanden hebt u veroverd als afzetgebied, zij betalen u belasting in de vorm van ivoor en ebbenhout. 19Edom stuurt zijn kooplieden om een keus te maken uit de vele producten die u verkoopt. Zij brengen smaragd, purper, geverfde stoffen, borduurwerk, fijn linnen en sieraden van parelmoer en robijn.

20Juda en de steden in het voormalige koninkrijk Israël sturen kooplieden met tarwe uit Minnit, mirre, honing, olie en balsem. 21En ook met Damascus drijft u handel. Zij brengt wijnen uit Chelbon en witte Syrische wol om die te verhandelen in ruil voor de vele goederen die u hebt aan te bieden.
Copyright information for NldHTB